
WHOA – Geen geschaad belang door gedwongen rangwijziging
In een overweging ten overvloede merkte de Hoge Raad in zijn IHC-arrest op dat een WHOA-akkoord de rangorde kan wijzigen die geldt voor in het akkoord betrokken schuldeisers (HR 25 oktober 2024, ECLI:NL:HR:2024:1533, r.o. (IHC)). Zo kan de rang van een vordering van een schuldeiser dus tegen zijn wil worden verlaagd. Maar als de schuldeiser zich daartegen verzet vanuit een niet-instemmende klasse met een beroep op de absolute priority rule (APR), kan rangwijziging alleen als daarvoor (A) een redelijke grond bestaat en (B) hij daardoor niet in zijn belang wordt geschaad.
In deze bijdrage ga ik in op deze twee voorwaarden, met name op voorwaarde (B): geen geschaad belang. Ik betoog dat de toetsing aan deze voorwaarde kan worden ingevuld aan de hand van de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit: (i) de rangwijziging moet worden gecompenseerd, (ii) de door rangwijziging getroffene moet conform rang meedelen in de meerwaarde die door rangwijziging wordt gerealiseerd en (iii) redelijkerwijs is geen ander akkoord haalbaar waarmee de getroffene meer reorganisatiewaarde toebedeeld had kunnen worden. Kortom: kan het niet beter of eerlijker, dan mag het.
De tenzij-clausule van de APR[1]
Voorwaarde (B) is onderdeel van de tenzij-clausule van de APR (art. 384 lid 4 sub b Fw). De APR (ook wel prioriteits- of voorrangsregel) bepaalt dat de waarde die met het akkoord wordt gerealiseerd (de reorgani...
Voor het lezen van dit artikel is een abonnement nodig. Login of vraag een abonnement aan.
Geen abonnement?
Dank voor uw bezoek! Als bezoeker van HERO kunt u onze blogs en wetenschappelijke artikelen inzien, alsmede een indruk krijgen van de noten en praktijkgerichte artikelen. Om alles in te kunnen zien dient u zich als abonnee aan te melden. Der eerste zes weken is nu bovendien gratis kennismaking.
Neem een abonnementKeywords
Vindplaatsen
Auteur(s)
