10 Jan 2025
blog

Dwangakkoord: hoe een schuldenaar de meeste schuldeisers voor zich wint

Blog

Wat gebeurt er wanneer één schuldeiser een voldoende onderbouwde schuldregeling blokkeert? In een recente uitspraak heeft de rechtbank de belangen van een schuldenaar en instemmende schuldeisers laten prevaleren boven die van een enkele weigeraar. Het dwangakkoord, dat direct uitkering biedt en langdurige schuldsanering voorkomt, blijkt een effectieve route naar financiële stabiliteit. Deze casus laat zien hoe de rechter wikt en weegt tussen persoonlijke redenen en zakelijke aspecten.

Het dwangakkoord: wanneer één stem niet beslissend is

 

Hoe ver reikt het recht van een schuldeiser om een schuldregeling te blokkeren? Dat was de kernvraag in een zaak van de Rechtbank Noord-Nederland (11 december 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:5048). In deze zaak diende een schuldenaar een goed onderbouwd voorstel in voor een schuldregeling. Een saneringskrediet zou schuldeisers sneller en effectiever compenseren dan de wettelijke schuldsaneringsregeling ('Wsnp'). Toch hield één schuldeiser de regeling tegen, met persoonlijke bezwaren.

 

Deze casus laat zien hoe de rechtbank omgaat in de situatie waar diverse (persoonlijke en zakelijke) belangen spelen.

 

Wat was het voorstel?

 

Het dwangakkoord bood een uitdeling van 79,29% voor preferente schuldeisers en 39,65% voor concurrente schuldeisers aan. Dit voorstel was gebaseerd op een te ontvangen saneringskrediet, wat betekende dat schuldeisers hun deel direct na een algeheel akkoord konden ontvangen en het dossier konden afsluiten.

 

De VTLB-berekeningen van schuldhulpverlener gaven aan dat het akkoord voor alle partijen gunstiger was dan een Wsnp. In tegenstelling tot bij het dwangakkoord, ontvangen de schuldeisers bij de Wsnp een lagere (54,34% aan preferente schuldeisers en 27,17% aan concurrente schuldeisers) en zou pas na 18 maanden een uitdeling volgen. De berekeningen waren goed onderbouwd en bleken onbetwistbaar.

 

Het verweer van de weigerende schuldeiser

 

Waarom zou een schuldeiser het akkoord weigeren? In deze zaak werden persoonlijke redenen aangevoerd: de financiële situatie van de schuldenaar had gevolgen voor hun gezamenlijke zoon. Daarnaast wees de schuldeiser op stijgende kosten en het belang van alimentatie voor het welzijn van hun kind.

 

Hoewel deze redenen begrijpelijk zijn, draaide het oordeel om zakelijke redenen. De rechtbank concludeerde dat de schuldeiser niet aannemelijk maakte dat de Wsnp een beter resultaat zou opleveren. Hierdoor werd de weigering als onredelijk beschouwd.

 

Beoordelingskader

 

Schuldeisers hebben in beginsel het recht om een schuldregeling te weigeren. Echter, een schuldenaar kan de rechter verzoeken om een weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met de regeling (art. 287a lid 1 Fw). Dit gebeurt alleen in uitzonderlijke gevallen. De schuldenaar moet aantonen dat (art. 287a lid 5 Fw) (1) de schuldeiser niet in redelijkheid kon weigeren en (2) de weigering de belangen van de schuldenaar of de overige schuldeisers schaadt.

 

De rechtbank maakt een belangenafweging tussen de persoonlijke redenen en het zakelijk belang. In deze zaak woog het belang van een snelle en hogere uitbetaling zwaarder dan de persoonlijke belangen van één schuldeiser. Daarnaast biedt de regeling perspectief voor de schuldenaar. Waar een Wsnp een belastend en langdurig traject is, zorgt de onderhavige schuldenregeling dat de schuldenaar bij aanvaarding daarvan binnen afzienbare termijn vrij van problematische schulden kan blijven voortleven.

 

De rechtbank merkte verder op dat de juistheid van de gehanteerde rekenmethode niet was betwist. Daarmee was vastgesteld dat de schuldenaar een maximaal haalbaar aanbod deed aan zijn schuldeisers.

 

Terugkomend op artikel 287a lid 5 Fw oordeelt de rechtbank dat de schuldeiser in redelijkheid niet (langer) haar medewerking aan het aangeboden akkoord voorstel kan onthouden, nu de belangen van de schuldenaar én van de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan de belangen van de weigerende schuldeiser.

 

Conclusie

 

Deze uitspraak laat zien dat een goed onderbouwd voorstel, gebaseerd op de VTLB-systematiek en ondersteund door een deskundige partij, schuldenaren een reële kans biedt om een dwangakkoord af te dwingen. Tegelijkertijd toont het aan dat een gezamenlijke aanpak voor schuldeisers vaak effectiever is dan het vasthouden aan persoonlijke bezwaren.

 

De rechtbank vond een balans tussen rechtvaardigheid en zakelijke realiteit. Het dwangakkoord bewijst dat een snelle, goed onderbouwde oplossing de voorkeur verdient boven een langdurig Wsnp-traject. Hiermee krijgen schuldenaren niet alleen een nieuwe kans, maar worden schuldeisers ook sneller geholpen.

Keywords

Belangenafweging
Dwangakkoord
Schuldsanering
WSNP

Auteur(s)

Cansu Arya-Dursun

Advocaat bij AKD

LinkedIn