
Aansprakelijk als bestuurder of in privé?
Blog
Op 12 maart 2024 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in een procedure die zag op de vraag of een bestuurder van een vennootschap aansprakelijk is in zijn privé hoedanigheid is en/of op grond van bestuurdersaansprakelijkheid. In dit blog wordt de casus geschetst en het oordeel van het hof behandeld.
Wat speelde er?
Nadat een paardenhandelaar (hierna: “gefailleerde”) in september 2019 failliet is verklaard, is hij met medeweten van de curator voor tien uur per week bij een in november 2019 opgerichte vennootschap (hierna: “B.V.”) in dienst getreden.
De curator is vervolgens een procedure gestart tegen de enig aandeelhouder en bestuurder van de B.V. Hij stelt zowel in eerste aanleg als in hoger beroep dat deze enig aandeelhouder en bestuurder van de B.V. (hierna: “geïntimeerde”), via de oprichting van de B.V., als stroman voor de werkzaamheden van de gefailleerde heeft gefunctioneerd. Geïntimeerde heeft de gefailleerde daardoor in de gelegenheid gesteld door te gaan met zijn werk in de paardenhandel. Bovendien heeft gefailleerde de opbrengsten van zijn werkzaamheden via de B.V. in eigen zak gestoken, zodat deze onterecht niet in de boedel zijn gevloeid, dan wel bij geïntimeerde in privé terecht zijn gekomen. Het gaat de curator daarbij voornamelijk om een bedrag van EUR 18.000,00 dat de B.V. in verband met de verkoop van een paard heeft ontvangen.
De curator vordert in onderhavige procedure het bedrag van EUR 18.000,00 van geïntimeerde en heeft twee grondslagen voor zijn vordering. De curator verwijt geïntimeerde als eerste dat hij persoonlijk als stroman voor de gefailleerde heeft gefungeerd, en daarmee onrechtmatig tegenover de bedoel heeft gehandeld en aldus schade aan de boedel heeft veroorzaakt. Als tweede verwijt de curator geïntimeerde dat hij als bestuurder van de B.V. heeft meegewerkt aan een stroman-constructie ten behoeve van de gefailleerde en ten nadele van de boedel.
Geïntimeerde betwist een stroman te zijn geweest voor gefailleerde ofwel mee te hebben gewerkt aan een stroman-constructie op verzoek van de gefailleerde.
De kantonrechter heeft de vorderingen van de curator afgewezen, en daartoe onder andere geoordeeld dat een stroman-constructie niet is vast komen te staan. De curator heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter.
Beoordelingsmaatstaf
Het hof benadrukt voorafgaand aan de beoordeling van de twee verwijten dat voor ieder een verschillende beoordelingsmaatstaf geldt. Voor het verwijt dat de curator geïntimeerde maakt in zijn hoedanigheid van bestuurder van de B.V. geldt namelijk een verzwaarde maatstaf die niet geldt voor het verwijt dat de curator geïntimeerde maakt in privé.
Het hof overweegt over de verzwaarde maatstaf dat wanneer een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis ofwel een onrechtmatige daad pleegt, het uitgangspunt geldt dat enkel de vennootschap aansprakelijk is voor de schade die daaruit voortvloeit. Echter, onder bijzondere omstandigheden kan ook een bestuurder van de vennootschap, naast de vennootschap, aansprakelijk worden gehouden. Daarvoor is onder andere vereist dat de bestuurder ter zake van de benadeling persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt.
Aansprakelijk als bestuurder?
Het hof oordeelt, ten aanzien van het verwijt dat de curator geïntimeerde in zijn hoedanigheid van bestuurder van de B.V. maakt, dat de curator niet heeft gesteld dat geïntimeerde een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt. Feiten en omstandigheden die daartoe leiden zijn ook niet aangevoerd. De grief faalt daardoor in zoverre.
Het hof voegt daaraan toe dat ook als de curator wel had gesteld dat geïntimeerde in zijn hoedanigheid van bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt, een dergelijke stelling niet op zou gaan. De aangevoerde feiten en omstandigheden zijn namelijk ofwel onvoldoende voor het aannemen van de (bestuurders-)aansprakelijkheid ofwel niet vast komen te staan. Bovendien heeft de curator niet gesteld dat de B.V. zelf een onrechtmatige daad ten aanzien van de boedel heeft gepleegd en evenmin dat de B.V. geen verhaal biedt voor de schade voor de boedel, die daar het gevolg van is.
Aansprakelijk in privé?
Het verwijt dat de curator geïntimeerde in privé maakt, faalt ook. Het hof overweegt onder meer dat de curator heeft toegestaan dat gefailleerde tien uur per week werkte voor de B.V. en dat niet in geschil is dat dit werk was dat in relatie stond met de verzorging en handel in paarden. Dat uit dat werk inkomsten ontstonden voor de B.V. is daarom onvoldoende om op te maken dat het eigenlijk verkapte inkomsten voor de gefailleerde waren en dat reeds om die reden sprake was van een schijnconstructie.
Bovendien is gebleken dat het bedrag van EUR 18.000,00 door de koper van het paard is betaald op de rekening van de B.V. en niet aan gefailleerde. Hiermee faalt ook de stelling van de curator dat gefailleerde zijn werkzaamheden als paardenhandelaar voor eigen rekening en risico heeft uitgeoefend en door middel van de B.V. werkzaamheden voor zichzelf heeft uitgeoefend, aldus het hof.De overige omstandigheden die de curator heeft aangevoerd, leiden niet tot een ander oordeel. Naar het oordeel van het hof heeft de curator geen andere stellingen aangevoerd die, indien bewezen, kunnen leiden tot de conclusie dat geïntimeerde met een stromanconstructie het mogelijk heeft gemaakt en gefaciliteerd dat gefailleerde via de B.V. zijn handel in paarden heeft voortgezet en de opbrengsten daarvan heeft genoten, althans dat de boedel deze opbrengsten niet heeft ontvangen terwijl haar deze toebehoorden. Het verwijt van de curator aan geïntimeerde dat hij in zijn privé hoedanigheid onrechtmatig heeft gehandeld, faalt daarmee.
Het hof heeft het vonnis van de kantonrechter dan ook bekrachtigd.
Afsluitend
In het onderhavige arrest is de aansprakelijkheid van geïntimeerde beoordeeld aan de hand van twee grondslagen: bestuurdersaansprakelijkheid en aansprakelijkheid in privé hoedanigheid. Bij deze grondslagen zijn terecht verschillende beoordelingsmaatstaven gehanteerd door het hof. In tegenstelling tot de aansprakelijkheid van geïntimeerde in privé heeft het hof bij de bestuurdersaansprakelijkheid getoetst of sprake was van een ‘persoonlijk een ernstig verwijt’. Dit arrest benadrukt het belang van een deugdelijke onderbouwing van een vordering jegens een bestuurder – en het stellen van voldoende concrete en redengevende feiten en omstandigheden daarvoor – en meer specifiek het belang om adequaat te onderbouwen in welke hoedanigheid een bestuurder aansprakelijk wordt gesteld.
Dit blog is totstandgekomen met medewerking van Femke van Egmond.
Keywords
Auteur(s)
