
Bestuurder die onzakelijke tweede hypotheek vestigt aansprakelijk voor onbetaald gelaten omzetbelasting
Blog
Een bestuurder die een tweede hypotheek ten behoeve van zijn holding vestigt, waarna de omzetbelastingschuld niet meer betaald kan worden, handelt volgens een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 2 januari 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:13, in zijn eigen belang in plaats van dat van de bv. De bestuurder en de holding zijn daarom op basis van kennelijk onbehoorlijk bestuur hoofdelijk aansprakelijk voor de omzetbelastingschuld van € 1.171.668.
Achtergrond
BV X koopt in 2008 twee panden in Amsterdam en gaat daarvoor bij Deutsche Bank een hypothecaire geldlening aan van € 4.750.000. De gemeente Amsterdam wijzigt vervolgens het bestemmingsplan, waardoor het beoogde project niet ontwikkeld kan worden. Op verzoek van de bank wordt A, die al betrokken was bij andere deelnemingen van het concern, in 2014 via zijn holding 100%-aandeelhouder en bestuurder van BV X. Aan de holding wordt ook voor € 1 een vordering van € 1.575.930 op BV X gecedeerd. BV X geeft de holding als zekerheid voor die om niet verkregen schuld een tweede recht van hypotheek op de twee panden.
Eind december 2015 verkoopt BV X de panden voor € 7.196.813, inclusief € 1.249.033 omzetbelasting. Dit bedrag gaat volledig naar Deutsche Bank en de holding op grond van de hypotheekrechten. Ter verrekening van de restantschuld aan de holding cedeert BV X dezelfde dag de potentiële vordering op de gemeente Amsterdam uit hoofde van planschade (die uiteindelijk in 2019 door de Raad van State wordt afgewezen) aan de holding. De holding keert direct na deze transacties € 650.000 dividend uit aan bestuurder A en verstrekt hem een lening van € 304.278. Vervolgens wordt er aangifte omzetbelasting en een rechtsgeldige melding betalingsonmacht gedaan bij de Belastingdienst. Drie jaar later stelt de ontvanger van de Belastingdienst de holding en bestuurder A aansprakelijk op grond van artikel 36 Iw 1990.
Oordeel rechtbank
De rechtbank stelt vast dat het vestigen van het recht van tweede hypotheek de crux is in deze zaak. Door die tweede hypotheek is de omzetbelastingschuld onbetaald gebleven. De rechtbank is het eens met de ontvanger dat er geen zakelijke redenen waren voor vestiging van de tweede hypotheek, omdat de holding de vordering slechts voor € 1 had verkregen. De holding en bestuurder A hebben gehandeld naar hun eigen financiële belangen, in plaats van het algemeen belang van BV X. Zij hebben bewerkstelligd dat de omzetbelastingschuld onbetaald is gebleven en de ontvanger heeft aannemelijk gemaakt dat geen redelijk denkend bestuurder zo gehandeld zou hebben. De holding en bestuurder A wisten of hadden moeten weten dat de omzetbelastingschuld onbetaald zou blijven.
Keywords
Auteur(s)
