19 Oct 2022
blog

Misbruik van identiteitsverschil

Blog

Gefailleerde privépersonen kunnen via een stichting proberen om vermogen buiten het bereik van hun curator te houden. Dit handelen is onder omstandigheden onrechtmatig. In een recentelijk gepubliceerde uitspraak boog de rechtbank Zeeland-West-Brabant zich in een dergelijke kwestie over de vraag of er sprake was van misbruik van identiteitsverschil tussen een gefailleerde natuurlijke persoon en een stichting. De casus was als volgt.

Feitenkader

In 2002 zijn een VOF en haar vennoten, X en zijn echtgenote, in staat van faillissement verklaard. De curator heeft een woning en vijf omliggende percelen van X en de echtgenote verkocht aan Stichting Inspiration, waarvan X en echtgenote bestuurder waren. Hierdoor konden zij in de woning blijven wonen. Nadat de faillissementen in 2004 waren afgewikkeld heeft X de woning teruggekocht, maar de percelen bleven eigendom van Stichting Inspiration.

 

Vanaf 2014 ging Stichting Inspiration participeren in en/of werd bestuurder van dertien vennootschappen. X en echtgenote waren bij meerdere van deze vennootschappen indirect bestuurder via Stichting Inspiration of via een andere VOF. Eén van de entiteiten was Container Cleaning Nederland B.V. (CCN). CCN werd failliet verklaard, waarna de curator X heeft aangesproken voor het boedeltekort (art. 2:248 BW). Nadat X hiertoe werd veroordeeld en niet in staat bleek het voorschot van € 500.000,- te voldoen, is X (opnieuw) in staat van faillissement verklaard. X is ook aangesproken door een curator in het faillissement van een andere entiteit voor het boedeltekort, maar deze vordering is niet in rechte vastgesteld.

 

De curator van X heeft Stichting Inspiration aangesproken op grond van onrechtmatige daad, omdat er sprake was van misbruik van identiteitsverschil tussen de natuurlijke persoon X en Stichting Inspiration.

 

Misbruik van identiteitsverschil

Onder bijzondere omstandigheden kan worden gesproken van misbruik van identiteitsverschil. In Stichting Waaldijk/Aerts q.q. oordeelde de Hoge Raad dat sprake is van misbruik van identiteitsverschil 'indien iemand een goed waarvan hij alle voordelen geniet met gebruikmaking van dat identiteitsverschil buiten zijn vermogen brengt of houdt zonder daarmee een zelfstandig belang van de betrokken rechtspersoon of -personen te dienen, maar enkel met het oogmerk dat goed aan verhaal van zijn crediteuren te onttrekken.'

In de zaak die voor de Hoge Raad diende, had een gefailleerde natuurlijke persoon het eigendom van zijn woonhuis geparkeerd bij een stichting die werd bestuurd door zijn partner, zijn dochter en een kennis. De curator sprak de stichting aan voor het meewerken aan de instandhouding van deze eigendomsconstructie. De Hoge Raad oordeelde dat er sprake was van misbruik van identiteitsverschil omdat de failliet alle voordelen genoot van zijn woonhuis, maar dat buiten zijn vermogen had gebracht. Hiermee was geen zelfstandig belang van de stichting gediend. Deze stichting had enkel het oogmerk om het woonhuis aan het verhaal van de crediteuren van failliet te onttrekken.

 

Volgens de curator doet zich een soortgelijke situatie voor bij Stichting Inspiration. Ter onderbouwing stelt de curator dat Stichting Inspiration geen eigen activiteiten ontplooit, geen reële betekenis heeft en slechts wordt gebruikt als vehikel om 'dat wat daadwerkelijk is, te verhullen'. Daarbij wijst de curator erop dat Stichting Inspiration geen belastingaangifte doet en dat de Belastingdienst zou hebben geconcludeerd dat er sprake is van een schijnconstructie van X om buiten het bereik van de Belastingdienst te blijven. De curator voert daarnaast aan dat X tijdens zijn eerste faillissement in 2002 eveneens heeft gepoogd om activa van de toenmalige VOF aan het verhaal van zijn schuldeisers te onttrekken door deze activa onder te brengen bij Stichting Inspiration.

 

Stichting Inspiration betwist dat zij geen zelfstandige betekenis heeft en wijst erop dat haar activiteiten bestaan uit het zijn van een holdingmaatschappij en het verhuren van de percelen aan onder andere CCN. Er is geen sprake van een oogmerk om goederen aan het verhaal van crediteuren van X te onttrekken.

 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat het oogmerk om de percelen te onttrekken aan het verhaal van de crediteuren van X dient te worden aangetoond, wil er sprake zijn van misbruik van identiteitsverschil. Daarvan was tussen 2004 en 2014 sprake. Een deel van het vermogen was in die periode feitelijk geparkeerd bij Stichting Inspiration, die toen enkel de persoonlijke belangen van X diende. Vanaf 2014 is de Stichting niettemin ook de zakelijke belangen van X gaan dienen door aandelen te houden in onder andere CCN en de percelen ter beschikking te stellen voor de opslag van gereedschap en de stalling van voertuigen. De curator had nader moeten onderbouwen dat Stichting Inspiration de percelen ook vanaf 2014 (nog steeds) enkel houdt met het oogmerk om de percelen buiten het vermogen van X te houden, om zo het verhaal van de gezamenlijke crediteuren van de heer X te frustreren. Het oogmerk om de percelen aan het verhaal van de crediteuren van de heer X te onttrekken, is ook niet gegeven doordat de Belastingdienst meent dat sprake is van een schijnconstructie. De rechtbank heeft de vordering van de curator daarom afgewezen.

 

Opmerkingen

Rechtspersoonlijkheid is een constructie van het recht die haar grenzen vindt in gevallen waarin erkenning tot maatschappelijk onaanvaardbare gevolgen leidt, aldus Van Schilfgaarde in zijn noot bij Stichting Waaldijk/Aerts q.q. Dergelijke onaanvaardbare gevolgen kunnen doorgaans effectief worden aangevochten op grond van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW).

 

Het feitenkader in de onderhavige casus is op zijn minst opmerkelijk en het bevreemdt niet dat de curator heeft gepoogd om zich te verhalen op de Stichting. Zo lijkt uit de overwegingen van de rechtbank te volgen dat er aanvankelijk wel sprake was van misbruik van identiteitsverschil. X is er in geslaagd om vanaf 2014 een zakelijk karakter te geven aan Stichting Inspiration, waardoor er volgens de rechtbank geen sprake meer was van misbruik van identiteitsverschil.

 

Afschermen van vermogen van een natuurlijk persoon blijft dus mogelijk via een stichting. Zolang er maar een zakelijk karakter aan de stichting kan worden toegeschreven.

Keywords

Identiteitsverschil
Schijnconstructie
Stichtingfraude

Auteur(s)

Michael Butôt

is advocaat Herstructurering en insolventie bij Van Benthem & Keulen

LinkedIn