10 Aug 2021
blog

Exhibitieplicht van artikel 843a Rv

Blog

De exhibitieplicht van artikel 843a Rv biedt de mogelijkheid om via de rechter inzage te krijgen in stukken die een ander onder zich heeft. Voor toewijzing van de 843a Rv-vordering moet aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan.

Op 9 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland vonnis gewezen in een kort geding procedure waarin door eiseres op grond van artikel 843a Rv werd gevorderd dat gedaagde diverse stukken zou afgeven (ECLI:NL:RBMNE:2021:2992).

 

De onderneming die de kort geding procedure aanhangig heeft gemaakt, is actief op het gebied van informatietechnologie. In het kader daarvan detacheert zij onder andere gespecialiseerde IT-medewerkers. Het detacheringsbureau had 11 personeelsleden gedetacheerd via Atos Nederland B.V. bij Achmea Interne Diensten B.V. (hierna: Achmea) op de Afdeling Servicepunten. De activiteiten van de Afdeling Servicepunten zullen worden afgeschaald en per 1 juli 2021 zal niemand meer voor deze afdeling werken.

 

Sogeti Nederland B.V. (hierna: Sogeti) is eveneens actief in de informatietechnologie en detacheert ook gespecialiseerde arbeidskrachten. Achmea heeft een outsourceovereenkomst gesloten met Sogeti op grond waarvan Sogeti de activiteiten van de Afdeling Servicepunten per 1 juli 2021 zal overnemen van Achmea. Op de afdeling zullen medewerkers van zowel Sogeti als Achmea gaan werken.

 

Het detacheringsbureau vermoedt dat sprake is van overgang van onderneming, zoals bedoeld in artikel 7:662 ev. BW, van de Afdeling Servicepunten van Achmea naar Sogeti. Het detacheringsbureau stelt dat haar medewerkers daarom per 1 juli 2021 in dienst zijn gekomen bij Sogeti. Het detacheringsbureau vordert in een bodemprocedure een verklaring voor recht dat sprake is van overgang van onderneming. Het detacheringsbureau zal moeten bewijzen dat daar sprake van is geweest. Omdat Achmea en Sogeti geen informatie over deze deal willen geven, vordert het detacheringsbureau in deze procedure op grond van artikel 843a Rv dat Sogeti afschriften verschaft van de volgende bescheiden: 1) de outsourceovereenkomst tussen Achmea en Sogeti, en 2) alle tussen Achmea en Sogeti gewisselde correspondentie in de periode tussen 1 november 2020 en 10 juni 2021 betreffende de uitbesteding en de gevolgen daarvan voor de arbeidskrachten.

Om een 843a Rv-vordering te laten slagen, moet aan drie cumulatieve voorwaarden worden voldaan. Eiseres moet ten eerste een rechtmatig belang hebben. Ten tweede moet het gaan om specifieke bescheiden en ten derde moeten de bescheiden betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij eiseres of haar rechtsvoorganger partij is.

 

Rechtmatig belang

Of sprake is van een rechtmatig belang hangt sterk af van de omstandigheden van het geval en de feitenrechtspraak biedt geen eenduidig beeld. Eiseres zal in ieder geval een belang moeten hebben in verband met een op haar rustende bewijslast. Zolang het detacheringsbureau geen inzage heeft in de afspraken, die zijn gemaakt tussen Achmea en Sogeti, zal het voor haar nagenoeg onmogelijk zijn om haar vordering te onderbouwen dat sprake is van overgang van onderneming. Uit het vonnis blijkt dat in het partijdebat uitvoerig is ingegaan op de inhoudelijke aspecten van de gepretendeerde vordering van het detacheringsbureau. Kennelijk is daarbij gebleken dat de vordering voldoende aannemelijk is. Dit wordt in de jurisprudentie meermaals aangehaald bij de beoordeling van het rechtmatig belang. Onder de voornoemde omstandigheden kan ik mij vinden in het oordeel van de voorzieningenrechter dat sprake is van een rechtmatig belang.

 

Specifieke bescheiden

Vervolgens gaat de voorzieningenrechter in op de vraag ten aanzien van welke bescheiden het detacheringsbureau een rechtmatig belang heeft. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de enerzijds de outsourceovereenkomst en anderzijds de correspondentie tussen Achmea en Sogeti.

 

Het detacheringsbureau zal concreet moeten aangeven in welke bescheiden zij inzage wenst. Zogeheten fishing expeditions zijn niet toegestaan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de outsourceovereenkomst in beginsel concreet genoeg is. Uit het vonnis blijkt dat deze overeenkomst zeer uitgebreid is en meer dan 2000 pagina’s telt. Sogeti heeft erkend dat in de overeenkomst bepalingen staan die zien op de arbeidskrachten van de Afdeling Servicepunten. Daarnaast zou echter ook veel technische en bedrijfsgevoelige informatie in de overeenkomst staan. Gelet daarop wordt door Sogeti een beroep gedaan op lid 4 van artikel 843a Rv, waarin is bepaald dat aan de vordering tot afgifte niet hoeft te worden voldaan als sprake is van gewichtige redenen. De voorzieningenrechter gaat deels mee in dit verweer van Sogeti en oordeelt dat uitsluitend inzage verschaft moet worden in de paragrafen en artikelen van de overeenkomst, die betrekking hebben op de arbeidskrachten van de Afdeling Servicepunten.

 

Het detacheringsbureau heeft daarnaast gevorderd dat afschriften worden verschaft van alle correspondentie tussen Achmea en Sogeti over een periode van ruim zeven maanden betreffende de uitbesteding en de gevolgen daarvan voor de arbeidskrachten. De voorzieningenrechter heeft ten aanzien van deze vordering geoordeeld dat onvoldoende duidelijk en specifiek is aangegeven welke correspondentie het betreft. Daarbij wordt ook belang gehecht aan de omstandigheid dat Sogeti naar voren heeft gebracht dat alle afspraken met betrekking tot de arbeidskrachten in de outsourceovereenkomst zouden staan. De correspondentie is daarom niet relevant.

 

Rechtsbetrekking

De laatste voorwaarde waaraan moet worden voldaan, is dat bescheiden betrekking moeten hebben op een rechtsbetrekking waarbij het detacheringsbureau partij is. Sogeti stelt dat het detacheringsbureau geen partij is bij de outsourceovereenkomst, zodat het geen rechtsbetrekking van het detacheringsbureau betreft. Dit verweer wordt niet gehonoreerd door de voorzieningenrechter, en terecht. Onder het begrip rechtsbetrekking worden immers alle burgerrechtelijke betrekkingen tussen private partijen verstaan. Daaronder vallen overeenkomsten tussen partijen, maar ook verbintenissen uit ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling. De verbintenis uit onrechtmatige daad levert eveneens een rechtsbetrekking op. Voor een toewijzing van de vordering op grond van artikel 843a Rv behoeft het bestaan van een rechtsbetrekking ook nog niet in rechte vast te staan. Als de rechter in een bodemprocedure de vordering van het detacheringsbureau zou toewijzen en zou oordelen dat sprake is van overgang van onderneming dan hebben partijen een rechtsbetrekking op grond van de wet. Aan het vereiste van het bestaan van een rechtsbetrekking is dan ook voldaan.

 

Aan de drie cumulatieve vereisten van artikel 843a Rv is derhalve voldaan en de voorzieningenrechter heeft de vordering van het detacheringsbureau toegewezen, uitsluitend voor zover die betrekking heeft op een aantal specifieke paragrafen en artikelen van de outsourceovereenkomst.

Keywords

Artikel 843a Rv
Burgerlijke rechtsvordering
Exhibitieplicht

Auteur(s)

Pieter Nieuwenhuizen

Advocaat bij HVG Law

LinkedIn