
Wijziging verliesverrekening vennootschapsbelasting op komst
Blog
Per 1 januari 2022 wijzigen de regels voor verliesverrekening in de vennootschapsbelasting. Het betreft een beperking en een verruiming van de verliesverrekeningsmogelijkheden. De beperking ziet op de omvang van het jaarlijks te verrekenen verlies. Vanaf 2022 zijn verrekenbare verliezen slechts tot een bedrag van € 1 miljoen per jaar volledig verrekenbaar met de belastbare winst. Boven de € 1 miljoen is het verlies slechts verrekenbaar met 50% van de resterende belastbare winst van dat jaar. Daarnaast zorgt de verruiming er voor dat verliezen in de vennootschapsbelasting in de tijd onbeperkt voorwaarts verrekenbaar worden.
Achtergrond
De vennootschapsbelasting gaat uit van het totaalwinstbegrip. Het uitgangspunt daarbij is dat de belasting uiteindelijk wordt geheven over alle winsten die gedurende het bestaan van de onderneming worden gerealiseerd. Onderdeel van het totaalwinstbegrip is dat in principe alle verliezen van de onderneming verrekenbaar zijn. Regels die de verliesverrekeningsmogelijkheden beperken, maken inbreuk op de totaalwinstgedachte.
De afgelopen jaren zijn de verliesverrekeningsregels veelvuldig gewijzigd. Op grond van de regels die gelden vanaf 1 januari 2019 is het mogelijk om een verlies te verrekenen met de belastbare winst van het voorgaande jaar (“carry-back”) en de zes volgende jaren (“carry-forward”). Er geldt op dit moment geen beperking in de omvang van het te verrekenen verlies op jaarbasis.
Commissie - Ter Haar
In juni 2019 is door de Staatssecretaris van Financiën een adviescommissie belastingheffing van multinationals ingesteld onder leiding van Bernard ter Haar (de “commissie-ter Haar”). De commissie-ter Haar is gevraagd om een advies uit te brengen over maatregelen om de belastingheffing over winsten van multinationals eerlijker te maken, waarbij tegelijkertijd Nederland aantrekkelijk zou blijven voor Nederlandse hoofdkantoren.
In het op 15 april 2020 verschenen rapport van de commissie-ter Haar wordt onder andere geadviseerd om de regels voor de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting te beperken. De commissie-ter Haar heeft hiertoe ook een concreet voorstel gedaan, dat door het kabinet (ongewijzigd) is overgenomen in een op 5 oktober 2020 ingediende nota van wijziging bij het wetsvoorstel Belastingplan 2021. De wijziging is erop gericht te voorkomen dat bedrijven met winstgevende activiteiten jaren achter elkaar geen vennootschapsbelasting betalen door bijvoorbeeld grote verliezen uit het verleden.
Het voorstel om de verliesverrekening regels te wijzigen is eind 2020 door de Tweede Kamer en vervolgens Eerste Kamer aangenomen, onder voorbehoud van een nog uit te laten voeren uitvoeringstoets. Op 28 mei 2021 heeft de Staatssecretaris van Financiën laten weten dat de uitvoeringstoets gereed is, waardoor de nieuwe regels voor verliesverrekening op 1 januari 2022 in werking zullen treden.
Nieuwe regeling
Voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022 geldt dat als de verliezen van voorgaande jaren gezamenlijk een bedrag van € 1 miljoen te boven gaan, de verrekening van die verliezen in een bepaald jaar slechts plaatsvindt tot een bedrag van € 1 miljoen vermeerderd met 50% van de belastbare winst over dat jaar. Een voorbeeld ter verduidelijking:
Een in 2020 nieuw opgerichte vennootschap lijdt in dat jaar een verlies van € 2 miljoen. In 2021 wordt een verlies van € 3 miljoen geleden. In 2022 en 2023 worden respectievelijk belastbare winsten van € 1 miljoen en € 4 miljoen behaald.
De belastbare winst in 2022 van € 1 miljoen kan volledig worden verrekend met het verlies van € 1 miljoen uit 2020 omdat verliezen tot een bedrag van € 1 miljoen volledig verrekenbaar zijn met de belastbare winst. In 2023 kan het restant verlies uit 2020 (€ 1 miljoen) worden verrekend met de belastbare winst. Er resteert dan nog een bedrag van € 3 miljoen aan belastbare winst. Van dat bedrag kan 50% (€ 1,5 miljoen) worden verrekend met het verlies uit 2022. Derhalve zal in 2023 over € 1,5 miljoen aan belastbare winst vennootschapsbelasting moeten worden afgedragen, terwijl over het jaar 2021 (na verrekening) nog een (ongebruikt) verlies van € 1,5 miljoen resteert. Onder de huidige verliesverrekening regels had dit restantverlies wél verrekend kunnen worden waardoor er ook in 2023 geen vennootschapsbelasting verschuldigd zou zijn.
De beperking is ook van toepassing op de achterwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting.
De verliesverrekeningsbeperking wordt ingevoerd in combinatie met een in de tijd onbeperkte voorwaartse verliesverrekening, waar nu nog een carry-forward termijn van zes jaar geldt. De termijn voor achterwaartse verliesverrekening, carry-back, is en blijft één jaar.
Impact
De impact van de nieuwe regels voor verliesverrekening zal voor het MKB vermoedelijk beperkt blijven door de mogelijkheid om verliezen tot € 1 miljoen in een bepaald jaar te verrekenen met de belastbare winst. Voor multinationals met (aanzienlijke) verrekenbare verliezen heeft de beperking om verliezen boven een bedrag van € 1 miljoen tot maximaal 50% van de belastbare winst te verreken veel desastreuzere gevolgen. Dat blijkt ook uit de geraamde opbrengst van € 555 miljoen die de wijziging van de verliesverrekening regels jaarlijks structureel moet opbrengen. De nieuwe regeling raakt niet alleen multinationals: ook voor bijvoorbeeld start-ups en scale-ups kan de impact groot zijn, nu de (aanzienlijke) aanloopverliezen in de toekomst mogelijk maar jaarlijks beperkt verrekend kunnen worden.
De aankomende wijziging van de verliesverrekening regels is niet alleen voor fiscalisten relevant. Onder andere accountants moeten bij het opstellen van de jaarrekening hier ook rekening mee (gaan) houden. Een bestaande latente belastingvordering moet mogelijk worden afgewaardeerd door de beperking van de verliesverrekeningsmogelijkheden daar de verliezen over een langere periode zullen moeten worden verrekend. Daar staat tegenover dat de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn wellicht een hogere latente belastingvordering rechtvaardigt.
Ook voor bijvoorbeeld curatoren kan de wijziging relevant zijn. Aanzienlijke verrekenbare verliezen uit het verleden geven niet langer de garantie dat de failliete vennootschap niet in een vennootschapsbelasting betalende positie terecht komt. Dat is een belangrijk aandachtspunt als een curator overgaat tot verkoop van de aanwezige voorraad.
Keywords
Auteur(s)
